Veel Nederlandse leerlingen hebben moeite om de betrouwbaarheid van digitale informatie te beoordelen. Ook bezitten ze slechts basale vaardigheden om met computers om te gaan. Dat blijkt uit de Nederlandse resultaten van ICILS (International Computer and Information Literacy Study), dat elke vijf jaar de digitale geletterdheid van jongeren wereldwijd onderzoekt.
In ICILS is de digitale geletterdheid van Nederlandse leerlingen in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs onderzocht en vergeleken met die van 34 andere landen. Dit onderzoek geeft inzicht in het niveau van digitale geletterdheid, en de rol van het onderwijs in de ontwikkeling van vaardigheden als computationeel denken en computer- en informatiegeletterdheid. Er hebben 47 Nederlandse middelbare scholen meegedaan, met 1288 leerlingen en 300 leraren. Ook zijn 31 schoolleiders en 32 ICT-coördinatoren bevraagd. Het gehele rapport is hier te lezen.
Computer- en informatiegeletterdheid onder basisniveau
Uit de resultaten blijkt dat Nederlandse leerlingen gemiddeld onder het basisniveau scoren van Computer- en informatiegeletterdheid. Dit aspect van digitale geletterdheid, dat onder andere mediawijsheid omvat, is bij Nederlandse leerlingen beperkt ontwikkeld. Veel leerlingen missen de essentiële vaardigheden om de betrouwbaarheid van digitale informatie te kunnen verwerken en beoordelen. Ook hebben veel leerlingen slechts basale vaardigheden om met computers om te gaan. Eén op de drie leerlingen kan niet goed een computer bedienen.
Computationeel denken op basisniveau
Nederlandse leerlingen scoren gemiddeld op het basisniveau van Computationeel denken. Dat betekent dat ze eenvoudige visuele programmeertalen kunnen hanteren om zo simpele problemen op te kunnen lossen. Het is een vaardigheid die draait om probleemoplossend vermogen en algoritmisch denken. Computationeel denken wordt gezien als een cognitief proces dat de basis vormt voor programmeren.
Verschillen tussen leerlingen
Meisjes scoren hoger dan jongens op Computer- en informatiegeletterdheid, terwijl beide groepen vergelijkbaar scoren op Computationeel denken. Er zijn duidelijke verschillen tussen onderwijstypes. Op het vwo halen de meeste leerlingen het basisniveau voor digitale geletterdheid, maar dat geldt niet voor het praktijkonderwijs of het vmbo.
Internationale vergelijking
Leerlingen uit het Nederlandse voortgezet onderwijs presteren rond het gemiddelde van alle landen die hebben deelgenomen aan ICILS als het gaat om Computer- en informatiegeletterdheid. Maar voor Computationeel denken liggen de scores significant lager dan het internationale gemiddelde. Nagenoeg alle OESO-landen behalen hogere scores dan Nederland. Dit duidt op een aanzienlijke behoefte aan verbetering.
Weinig aandacht in de les
De meeste Nederlandse scholen beschikken over goede ICT-voorzieningen, zoals computers en snelle internetverbindingen. Nederland loopt hierin voorop vergeleken met andere landen. Maar hoewel schoolleiders het belang van digitale geletterdheid onderstrepen, wordt hier in de les relatief weinig aandacht aan besteed. Met name computationeel denken en programmeren krijgen weinig aandacht in de klas, zeggen leraren en leerlingen.
Over ICILS 2023
ICILS (International Computer and Information Literacy Study) onderzoekt elke vijf jaar de digitale geletterdheid van jongeren wereldwijd. Het biedt zo waardevolle inzichten in de rol van onderwijs bij de ontwikkeling van deze vaardigheden. De resultaten geven beleidsmakers, scholen en leraren handvatten om digitale geletterdheid verder te ontwikkelen en in het onderwijs te integreren. ICILS is een studie van de International Association for the Evaluation of Educational Achievement (IEA). Het onderzoek is in Nederland uitgevoerd door het Kohnstamm Instituut in samenwerking met Ipsos I&O en de Universiteit van Amsterdam, in opdracht van het ministerie van OCW en NRO. Nederland doet voor de tweede keer mee, na deelname aan de eerste ‘cycle’ in 2013.